Rochefort graat

        – click for slideshow –
Na vier weken volle bak werken werd het weer eens hoogste tijd om een weekje te gaan klimmen, en waar kan dat nou beter dan in de Alpen? Nou ja, deze zomer lijkt het er op dat het juist in de Alpen helemaal niet zo goed kan. Waar wij in Nederland in Juli nog fantastisch weer hadden is het in de Alpen al de gehele zomer kloteweer. Ook voor deze week zijn de weersverwachtingen en condities niet fantastisch. Afijn, toch maar even er tussen uit, desnoods ga ik samen met Niels van Veen de hele week bier drinken 🙂

Ook Niels vond het prima wat rustig aan te doen waardoor we de eerste dagen heerlijk eten, lezen en met de zus en kersverse kids van Niels gaan wandelen. ‘s Avonds komen Miriam en Maaike thuis van een geweldige week sportklimmen in Orpierre. Al snel zitten we in de topo van Orpierre te bladeren en horen we de intens positieve verhalen van dit ontzettend relaxte gebied aan. Tsja, sportklimmen in de zon, goeie weersvoorspellingen, zwemmen in de Méouge….. en hordes andere Nederlandse touristen…we besluiten toch maar naar Courmayeur in Italië te rijden.

Aiguille de Rochefort
In Courmayeur genieten we van de heerlijke pizza, schepijs en cappucino’s en maken we ons plan: de overschrijding van de Rochefort graat en de Grandes Jorasses. De volgende dag pakken we het eerste baantje omhoog naar Pointe Hellbronner op 3462 m. In prachtig ochtendgloren lopen we hijgend omhoog richting de Dent du Géant. Het uitzicht is werkelijk verbluffend en al snel staan we op de “Salle a manger” naast de spitsige punt van deze Reuzentand. Gek genoeg ziet de Dent du Géant er van dichtbij veel minder aanlokkelijk uit als van ver af. Richting het zuidoosten zien we voor het eerst de indrukwekkende messcherpe sneeuwgraat en landsgrens tussen Frankrijk en Italië: de Rochefort graat.
Na een korte stop vervolgen we de klim door de fonkelende sneeuw. Af en toe stop ik om Niels in het fotogenieke uitzicht te fotograferen. Alleen het is druk op dit deel van de graat waardoor ik wat opgejaagd wordt door de touwgroep achter mij. Even later moeten we een stukje aan het touw voor de steilere passage naar de top van de Aiguille de Rochefort (4001 m). Op de top schudden we de handen van de touwgroep achter ons. Waar de meeste klimmers vanaf hier weer terug richting de Dent du Géant gaan vervolgen wij onze weg richting de Grandes Jorasses.

en nog meer Rocheforts…
rochefort_rebuffatHeerlijk nu zijn we helemaal alleen. Wel worden we af en toe vergezeld door de laaghangende wolken die tegen de graat aan worden geblazen. In de middag begint de sneeuw voelbaar zachter te worden. Helaas wordt ik er in de keiharde praktijk aan herinnerd dat de stolplaten van mijn Black Diamond stijgijzers ontzettend slecht presteren. Bij elke twee stappen moet ik de grote klonten plaksneeuw van mijn voeten af slaan om te voorkomen de afgrond van Frankrijk óf Italië in te glijden. Gewoon levensgevaarlijk dus. Niels waarschuwt zelfs dat hij niet meer met mij gaat klimmen als ik geen nieuwe stijgijzers koop, tsja.
Daarnaast begint de ijle lucht zijn werk te doen. Langzaam begint mijn nek vast te zitten en mijn hoofd te bonzen, de eerste tekenen van hoogteziekte. De entourage is er echter niet minder om, een wijds uitzicht links over De Mer de Glace in Frankrijk en rechts het vredige Val Ferret in Italië. Toch blijft elke pas listig en dus oppassen geblazen. Heel de tijd moet je uitkijken dat je niet door de ´corniches´ (de door wind gevormde en overhangende sneeuwstukken) zakt en dus door de diepte wordt opgeslokt.
Na een korte steilere ijspassage staan we opeens op onze tweede vierduizender van de dag: de Dôme de Rochefort (4015 m). Na een vlak sneeuwstuk begint eindelijk het meest interessante en technische deel van de beklimming: de rotsgraat richting de Calotte de Rochefort. Maar om eerlijk te zijn heb ik daar heel weinig zin in. Er staat een snijdende wind, mijn hoofd doet pijn en ik heb kotsneigingen. Wel zorgen de wolken voor een prachtige mystieke sfeer. Af en toe zekeren we kleine stukjes uit en zoeken we naar de korte abseils die godzijdank nog zichtbaar zijn tussen de wolkenpartijen door.
Vanaf de Calotte de Rochefort maken we een 60m lange abseil Frankrijk in. En jawel hoor, in mijn borstzak trilt mijn telefoon weer “Welkom in Frankrijk…”, al zeker het tiende bericht vandaag. Na 60m laat ik het touw uit mijn zekerapparaat schieten en begin ik over de 50 graden sneeuwflank af te klimmen. “Niek je gaat te ver, je moet naar links man!!” Als ik opkijk zie ik Niels een stuk naar links en (nog erger!) een stuk hoger het touw opschieten. “Aaargghhh, weer het hele klote stuk omhoog”.

Canzio bivak
Als we rond etenstijd eindelijk in het bivak aankomen ben ik totaal gesloopt. Met de laatste kokhalsende geluiden schop ik mijn stijgijzers in een hoek en duik ik mijn slaapzak in. Maar warm worden doe ik niet. Natuurlijk er moet ook gewoon brandstof in het lichaam. Als een echte kersverse vader maakt Niels een bouillonnetje en een expeditie maaltijd. We krijgen de maaltijd niet eens helemaal op, niet echt vanzelfsprekend na een hele dag hard werken. Gelukkig heb ik nog net ruimte om een dikke roze pil naar binnen te mikken.
De volgende ochtend als de wekker gaat voel ik mij een stuk beter. Alleen voelt Niels zich nu als een slappe vaatdoek. Als we bij het lozen van de dagelijkse ochtend urine in de snijdende koude wind staan weten we allebei genoeg. Dit is geen dag voor een overschrijding van de Grandes Jorasses maar meer een om nog even terug in de slaapzak te kruipen. Een paar uur later hang ik de abseils uit aan de Italiaanse kant van de col. Bij het uithangen kijk ik nog even vol ontzag naar de steile Pointe Young. Heel jammer maar omkeren hoort er nou eenmaal bij.
Het genot van de afdaling wordt nog eens extra kracht bijgezet door een verkeerde keuze die ik neem bij het afdalen over de abseilpiste. Het gevolg is veertig meter omhoog prusikken met een zware rugzak op de rug. Terug op de Planpincieux gletsjer genieten we ook nog eens met volle teugen van de zachte sneeuw en het wegzakken tot de knieen. Tsja, dat krijg je er van als je te lang in je slaapzak blijft liggen. Als we s’avonds weer aan de combinatie pizza, ijs en cappucino zitten zijn gelukkig alle ontberingen weer verleden tijd en kunnen we terug kijken op een schitterende tour!!

 

Achtergrondinformatie

De route
De Rochefort graat wordt door de meeste klimmers beklommen tot op de top van de Aiguille de Rochefort, (een stevige AD tour). Raar eigenlijk want je bent dan nog niet eens op de helft van de graat. Ook is het juist erg de moeite waard om door te klimmen. Het tweede stuk is namelijk ook erg mooi met op het einde zelfs wat makkelijk rotsklimmen (III). Daarnaast is het Canzio bivak geen verkeerde plek om de nacht door te brengen (8 bedden en dekens aanwezig). De gehele Rochefort graat zou ik waarderen als een stevige D+ tour.

Aanpak en tips
Onderneem de tocht alleen met goed weer en weinig wind. Als de graat in de wolken komt kan je erg makkelijk verdwalen en zullen de abseils moeilijk te vinden zijn. 
Vanuit Courmayeur (Italie) kan je vroeg in de ochtend (ca. 7hr) de kabelbaan omhoog nemen voor 26 euro. Persoonlijk zou ik niet in de Torino hut willen slapen. Dat is namelijk schreeuwend duur en er zijn een hoop andere luidruchtige wezens. Wel zou je vanuit de Torino hut een stuk vroeger kunnen vertrekken. 

De abseilpiste vanaf het Canzio bivak naar de Planpincieux gletsjer is volledig opnieuw ingericht met nieuwe standplaatsen. Als je alleen maar hele oude verbleekte touwtjes tegen komt moet je weer 40 m omhoog prusikken.

 In Val Ferret heb je een prima camping met de toepasselijke naam ‘Camping Grandes Jorasses‘. Ongeveer 10 euro pppn met auto. En ze hebben pizza en bier van de tap, dus wat wil je nog meer.

Materiaal
Voor de route hebben wij een set Black Diamond camalots meegenomen van ca.  .3 t/m 2. Dit was echter vooral met het oog op de overschrijding van de Gr. Jorasses. Voor de gehele Rochefort graat volstaat een set nuts en misschien een paar middenmaatjes. Daarnaast zijn twee strengen dubbeltouw handig, zeker als je (vanwege hoogteziekte) vanuit het Canzio bivak wil afdalen. We hadden twee ijsbijlen per persoon. Ook hier zal één ijsbijl volstaan. Echter als je veel stukken zonder touw klimt dan zijn twee bijlen geen overbodige luxe. 

Documentatie
Een erg goede beschrijving van de graat is terug te vinden in de gidsjes van Francois Damilano: Snow, Ice & Mixed Vol. 1 en 2. Daarnaast staat er een goede beschrijving in het 100 touren boek van Gaston Rebuffat en de nieuwe van P. Batoux.