Vorige week ben ik voor een heerlijk najaarsweekje wezen klimmen in Groot-Brittannië. Eerst met de boot vanuit Duinkerke naar Dover en dan nog vijf uurtjes rijden naar Sheffield. Je bent er dus zo! Hier logeerden Rutger en ik bij Sophie. En in Sophie’s huis konden we ons gelijk al vergapen aan de lange rijen klimtopo’s. Met twee planken uit de boekenkast alleen al gereserveerd voor topo’s uit eigen land! Uiteindelijk hebben we geklommen in vijf verschillende gebieden en op drie verschillende soorten gesteente; zandsteen (gritstone), doleriet en leisteen. Hieronder een kort verslag:
– CLICK for SLIDESHOW –
Stanage, Eastern Grit
De eerste dag worden we wakker met een kraakhelder ochtendgloren. Met een gierend enthousiasme rijden we Sheffield uit om direct het heuvellandschap van “The Peak” binnen te rijden. Je zal maar zo dicht bij de rotsen wonen! We parkeren bij ‘Stanage Plantation’, een van de bekendere sectoren van het alom bekende gebied. Over stijf bevroren en onder onze voeten krakende grasstengels lopen we omhoog. De frisse lucht bijt in mijn neus, heerlijk. We beginnen met boulderen op de ‘warm-up boulders’ van Sophie; een plaat met een paar afgeronde randjes. Het is wennen, erg wennen. De truc is om zoveel mogelijk contactoppervlak te creëren met het typische Gritstone. Omdat je geen grepen hebt leg je gewoon zoveel mogelijk huid op het ruwe zandsteen dat dan als het ware blijft plakken. En zowaar het werkt….soms. Als hoogtepunt klimmen we de elegante ‘Crescent Arete’ (V2), één van de klassieke boulders in het gebied. Ook de rechterkant variant (V4) is prachtig en net iets moeilijker en spannender. Ook klim ik nog redelijk soepel “The Steep Traverse” (V5), een leuke boulder waarbij de moeilijkste pas bestaat uit het controleren van de ‘swing’ om de grond vervolgens niet te raken (dûhhh).
Als het in de middag iets warmer is besluiten we de touwen en hardware erbij te pakken om wat routes te klimmen. Het karakter van routes klimmen in de Peak wordt sterk bepaald door de totale afwezigheid van haken. Bij de klassieke lijnen die voornamelijk de breuken en scheuren in het gesteente volgen is dat qua afzekering geen enkel probleem. Echter de platen en kanten ertussen worden ook strikt zonder haken geklommen. Dit zorgt voor werkelijk bizar spannende routes waar een foute beweging je letterlijk de kop kan kosten.
Na een paar mooie opwarmroutes op ‘Paradise Wall’ met én zonder touw besluit ik de route ‘Millsom’s Minion’ (E15b) te proberen. “Mild at the grade but thrilling” aldus mijn topo. Klinkt goed! De route begint met een spannend technisch stapje op de typische gatenstructuur waarna de eerste plaatsingen pas op zes meter volgen in de grote horizontale scheur. Dan volgt de uitklim met een prachtige sequentie aan bewegingen en met een heerlijk luchtige afzekering, fantastisch!
The Roaches, Western-Grit
Op aanraden van de ‘locals’ gaan we de tweede dag klimmen in ‘The Roaches’ in het westelijk gedeelte van de Peak. Ook nu beginnen we ‘s ochtends met boulderen. Met de “Three Pocket Slab” (V3) als absoluut hoogtepunt. Een boulder waarbij ik zowaar even moest gaan zitten om de oplossing te overpeinzen.
In de middag klimmen we “The Mincer”(HVS 5b) geopend in 1951 door het legendarische duo Joe Brown en Don Whillans. Het begin bestaat uit een delicate traverse onder trapsgewijs oplopende daken met op het einde een paar passen waarbij je met je oren bijna tussen je knieën opzij beweegt, listig dus. Dan volgt een prachtige handcrack dat eindigt in een Off-Width, kortom een route om je vingers bij af te likken, en zeker geen weggevertje!
Na een lekkere uitgebreide lunch klimmen we ‘s middags de ultra-klassieker ‘Valkyrie’ (VS 4c). De route bestaat uit twee touwlengtes waarvan de tweede het meest memorabel is. Je moet een gigantische ‘flake’ op- en weer afklimmen. Hierna moet je een zijwaarts stapje maken dat op een of andere manier heel onzeker aanvoelt totdat….je voet! Het laatste stuk klim je om de hoek en moet je goed letten op de afzekering voor jezelf maar zeker ook voor de naklimmer (dubbeltouw essentieel!). Een absolute aanrader en een leuk avontuur!
Na twee dagen klimmen halen we Kris van het vliegveld in Manchester. Vervolgens is het drie dagen mistig, klam, nat, vochtig en koud. We genieten van de mooie wolken en een geweldige ‘trailrun’ over de hele klif van ‘The Roaches’.
Slate Quarries & Tremadog, Noord-Wales
Het lijkt er niet op dat de Peak District op tijd opklaart en opdroogt waardoor we besluiten het mooie weer achterna te gaan en naar Noord-Wales te rijden. In slechts drie uur zijn we aan de westkust van Groot-Brittannië en zowaar met een stralend zonnetje en strak blauw luchtje. De eerste dag besluiten we in de ‘Slate Quarries’ (leisteen groeves) bij Llanberis te gaan klimmen. Een wereldberoemd gebied en spannend aangezien ik nog nooit op leisteen heb geklommen.
Sophie en ik beginnen met de route “Last tango in Paris” (E2 5c). Een schitterende zigzag lopende scheur over een plaat. Omdat het leisteen relatief weinig wrijving biedt moet je erg oppassen met het plaatsen van cams (klemveren). Het is goed vergelijkbaar met de gladde rots die we kennen uit ‘Schwarzer Cirkel’ in Ettringen. De truc is dus nutjes plaatsen. Als ik de eerste tussenzekering moet leggen merk ik dat ik nog een beetje onwennig aan rommelen ben met de nuts. Sjonge dat heb ik toch een beetje verwaarloosd de laatste tijd. En helaas kan je er hier niet onderuit. Gelukkig is de route een plaat waardoor je de tijd hebt om een beetje aan te kloten. Alhoewel.. de kuiten beginnen toch aardig vol te lopen.
Daarna klimmen we de route van Stevie Haston “Comes The Dervish” (E3 5c). Ooit geopend als test-piece E5 maar door de jaren heen afgewaardeerd waarschijnlijk door de vele herhalingen. De start van de route vraagt behoorlijk wat toewijding aangezien je de eerste acht meter niks kan plaatsen en toch behoorlijk technische pasjes moet maken. Toch als je het hoofd koel houdt en gewoon focust op het klimmen is het prima te doen. Daarna volgt werkelijk schitterend klimmen met solide nutplaatsingen precies waar je het nodig hebt. Op twee derde van de route klim je over een klein dakje en kan je nog een essentiële nut plaatsen. Hierna is het klimmen makkelijker maar zijn de tussenzekeringen spaarzaam. Al met al een prachtige lijn die mij nog lang bij zal blijven en niet voor niets een van de must-do’s in de Slate Quarries!
De volgende dag worden we rustig wakker met een heerlijke kopje koffie in de klimwinkel V12. Een fantastische ontmoetingsplek voor klimmers en een plek om even heerlijk de dag te beginnen met het vergapen aan de grote boekenwand vol klimboeken. Daarna rijden we door Snowdonia richting Tremadog. Prachtige ruige rotsen in een groen bergachtig landschap doen mij denken aan de Lord of the Rings. In het gebied “Craig Bwich y Moch” klimmen we in de zomerse najaarszon in onze T-shirts. De wand ligt vlak aan de weg en bestaat uit doleriet gesteente. We klimmen een aantal meerdere touwlengte routes met op de achtergrond zicht op de zee. Veruit de mooiste route is “The Plum” (E1 5b). Een indrukwekkende lange lijn die echt alles te bieden heeft. Een listige versnijding, een vuist verklemming in een dak, een Off-width en een heel luchtig pasje met een blinde nutplaatsing over de kante. Geweldig!
Curbar, Eastern Grit
Op de laatste dag rijden we nog even langs Curbar. Vooral Kris zou toch graag eens een keer op Gritstone willen klimmen. Hoewel het nog steeds een beetje mistig is zijn een aantal routes droog. We klimmen een mooie korte Off-Width “Hercules” (E1 5a). En daarna reageert Kris zijn klimdrift nog even af op de prachtige lijn “Elder Crack” (E2 5b). De lijn ziet er moeilijker uit dan hij is en vooral met de moderne grote maten camalots is het de vraag of het wel echt een E2 is. Maar misschien zijn we door de jaren heen ook wel wat handiger geworden in deze stijl van klimmen. Na een fantastische week rijden we met de nieuwe klimtopo’s op schoot weer richting de boot in Dover. Wat een land, wat een rots en wat een rijke historie aan rotsklimmen. Maar gauw weer terug en dan wat langer!