Asgare Ossaime – First Ascent in Morocco

 Taghia het paradijs

– click for slideshow –

 

Na een dik half uur lopen verlaten we het bergpad en dalen we af naar de rivier. Aan de overkant ligt het gehucht ‘Tamdarote’ te sudderen in de felle Marokkaanse zon. Als we dichterbij komen zie ik vanachter een boom een klein meisje geïndoctrineerd naar ons kijken. Schichtig schiet ze het tarweveld weer in en rent richting haar moeder die met alle macht aan een ezel staat te sjorren. “Hrra..Hrrrra” commandeert de Berbervrouw terwijl ze de ezel in een richting probeert te duwen. Als de ezel een serenade van luid gebalk brengt schieten Karel en ik allebei in de lach. Ons gelach doet de vrouw opkijken waarna ook zij begint te lachen. Vriendelijk zwaaien we naar elkaar waarna we de rivier oversteken. Met de grote rugzak is het even uitkijken als we van steen naar steen springen door de snelstromende rivier. Snel buk ik even om een plens water over mijn gezicht te gooien. Het is werkelijk bloedheet hier in de Hoge Atlas van Marokko, dat belooft nog wat voor vandaag.

Akka ´n Tazarte
We zijn op weg naar het afgelegen dal van de Akka ‘n Tazarte. Eten mee voor drie dagen en een berg klimmaterialen. Gelukkig hoeven we geen tent mee te sjouwen omdat er grotten zijn om in te bivakkeren. Ook ontspringt er vlakbij de grotten een waterbron, althans zo is ons verteld. Dus extra water sjouwen blijft ons gelukkig bespaard. We sjokken verder door de droge rivierbedding die in felle witgrijze kleuren afsteekt tegen de roodbruine omgeving. De witgrijze kleur doet vermoeden dat hier toch geregeld een flinke hoeveelheid water stroomt. Nu is er echter geen druppel te bekennen.
Niet veel later komt de gigantische kloof pas echt goed in beeld. Aan beide kanten torenen driehonderd meter hoge wanden boven ons uit. Dieper en dieper lopen we de kloof in waarbij we af en toe over en door grote boulders heen manoeuvreren. Soms verlaten we de rivierbedding voor een met steenmannetjes gemarkeerd geitenpaadje en banen we ons vervolgens een weg door dicht struikgewas. Na ruim twee uur lopen komen we aan bij een breder stuk van de kloof. Rechts zien we een serie grotten in de oude beddingafzettingen van de rivier. De grootste grotten zijn afgezet met een provisorisch hekwerk van boomstammen en takken. Vakkundig aangebracht door geitenhoeders uit de omgeving. We besluiten een van de kleinere grotten te nemen voor ons bivak. Tegenover de grotten hebben we een prachtig zicht op de noordwestwand van de Agoudal ´n Llamchane. Al snel zien we een aantal prachtige lijnen waaronder een prachtige versnijding met een onafgebroken spletensysteem helemaal naar de top. Die lijn moet gewoon beklommen worden!

De route Asgare Ossaime op de Agoudal 'n Llamchane

Klimmen
In de vroege ochtend lopen we vanaf het geitenpaadje richting de wand. Het eerste stuk 2e/3e graads terrein soleren we omhoog tot we een goede stand kunnen maken bij een drietal boompjes. In de eerste lengte klimt Karel over een makkelijke plaat naar links en verdwijnt om de hoek. Niet veel later klim ik het touw achterna. Onderweg probeer ik de route zoveel mogelijk van losse stenen te ontdoen. Af en toe duw ik grote losstaande brokken naar beneden waar Karel behendig omheen was geklommen.
Als ik op de standplaats aankom zit Karel breed grijnzend naar de volgende lengte te kijken. Als ik omhoog kijk begin ook ik te grijnzen. Een fantastische breed spletensysteem torent zich boven ons uit. Snel pak ik de resterende cams van Karel’s gordel en begin ik te klimmen. Het eerste stuk is eenvoudig vijfdegraads door een spleet iets breder dan je vuist, ‘Off-Width’ en dus genieten. Dan moet ik een stuk over vlijmscherpe randjes naar rechts klimmen om een boompje in de crack te ontwijken. De structuur van de rots bestaat hier uit messcherpe randjes die af en toe zo flinterdun zijn dat ik er bijna niet op durf te staan. Ik probeer mijn gewicht maar zoveel mogelijk te verdelen over meerdere randjes. Dezelfde scherpe structuren zijn we soms ook tegengekomen in andere routes waardoor Karel en ik al flink onder de schrammen zitten. Het laatste stuk van de lengte klim ik door een mooie chimney (schoorsteenbrede spleet) en maak ik na een volle zestig meter klimmen stand in een comfortabel nisje.
Dan is het weer de beurt aan Karel om het scherpe eind van het touw te nemen. Eerst klimt Karel spectaculair uit de overhangende schoorsteen totdat hij uit het zicht verdwijnt. Af en toen komen wat graspollen voorbij vliegen waardoor ik weet dat hij nog in makkelijk terrein bezig is. Maar dan moet ik nauwelijks meer touw uitgeven en hoor ik vaag op de achtergrond wat gepuf en gesteun…Karel is in het steile banaanvormige deel van de lengte aangekomen. Geduldig blijf ik wachten. Na een aantal minuten stilzitten roep ik maar eens naar Karel “Yoo Kaaa, gaat ie goed?” als ik geen antwoord krijg weet ik dat Karel het zwaar heeft. Dan komt ineens met een klap het touw strak te staan. Luttele seconden later zie ik een vuistgrote steen voorbij zeilen, waarschijnlijk door Karel losgetrokken en de reden van de val. Vrijwel gelijk begint Karel weer te klimmen en nu weet hij vrij snel te lengte uit te klimmen. Als ik even later door de licht overhangende en banaan-vormige spleet klim moet ik ontzettend mijn best doen om ook niet te vallen. De rots is overal vlijmscherp waardoor de brede spleet nauwelijks met de handen te verklemmen is. De arm-verklemmingen doen pijn en zorgen bij elke beweging ervoor dat mijn kleding blijft haken. Als ik op de standplaats aankom geef ik Karel een welgemeend schouderklopje en zie ik dat we al op de grote grasband zijn aangekomen.


Karel en op de achtergrond de eindeloze kloofHet laatste stuk
De laatste lengtes klimmen we schuin naar rechts richting een schoorsteen. Vrij eenvoudig terrein met afzeker mogelijkheden precies waar je het nodig hebt. De laatste moeilijkheden komen we tegen in de schoorsteen waar je atletisch moet afsteunen en spreiden op bizarre kalkstructuren (gevormd door het regenwater wat van de wand sijpelt). Inmiddels heeft de brandende zon de wand waarop we klimmen ook gevonden en begint het behoorlijk warm te worden. Op deze hoogte hebben we prachtig zicht op de hoogvlakte aan de overkant van de kloof. In de verte zien we een geitenhoeder met zijn vrouw door het dorre landschap struinen.

Het laatste stuk klim ik over makkelijk vijfdegraads terrein omhoog over zeer compacte rots. De wrijving is echt ongelooflijk. Overal waar je je voet neerzet blijft ie gewoon staan. Als ik mijzelf aan een grote brede rand omhoog trek sta ik plotsklaps op het topplateau. De brievenbus-achtige spleten in de rots zorgen voor talrijke mogelijkheden om een goede standplaats te bouwen. Na precies vijfenhalf uur klimmen trekt ook Karel zichzelf over de rand. Gezamenlijk genieten we van de bijzonder top-out en het weidse uitzicht over de hoogvlaktes. Na precies vijfenhalf uur klimmen hebben we een prachtige pure lijn geopend en slechts één prusiktouwtje achter gelaten. De mooiste en meest esthetische manier van nieuwe routes klimmen kan dus ook op het kalkgesteente van het paradijs Taghia!

 

Achtergrondinformatie

Aanloop en Afdaling
Vanaf het dorpje Taghia is het ruim 2,5 uur lopen naar de bivakgrotten. De wandeling is stroomopwaarts en dus omhoog waarbij je soms over grote blokken moet klimmen. Vanaf de bivakgrotten loop je iets verder stroomopwaarts en net om de hoek van een scherpe bocht ga je links een watergoot omhoog. Als je een duidelijk voetpad kruist neem je dit voetpad verder omhoog tot je bij een prachtig gelegen grot komt ( 2/3 persoons bivak mogelijkheid!). Vanaf hier traverseer je naar de voet van de wand en beklim je een duidelijk systeem van plateautjes (2e/3e graads). Bij een setje van drie boompjes direct onder een chimney en een dak maak je stand voor de eerste lengte.
Voor de afdaling volg je de bergwand over het topplateau richting het zuidoosten (licht omhoog) tot bij de eerste kloof. Hier maak je één abseil van een grote dode boom (abseil is ingericht met prusiktouw). Dan volg je eenvoudig het plateau terug richting het noordwesten tot je weer bij de grot en de instap van de route komt. De afdaling duurt ca. 1,5 hr.

Aanpak en tips
Het is fantastisch om een paar dagen in het afgelegen dal van de Akka ‘n Tazarte door te brengen en te slapen in de bivakgrotten. Neem genoeg eten mee en informeer vooraf goed naar de stand van de waterbron. Toen wij er begin mei waren was er nog maar een heel klein stroompje. En anders moet je water meenemen. In dat geval kan je beter een ezel huren om al je spullen te laten dragen.
De bivakgrotten worden veelvuldig gebruikt door de geiten en hun geitenhoeder. Wees sociaal en neem dus niet de grootse grot in beslag.

Materiaal
Het is sterk aan te raden een dubbeltouw te gebruiken mede gezien de meeste lengtes voor de volle 60 m zijn uitgeklommen, hierdoor houd je meer ruimte over om tussenzekeringen te plaatsen. Daarnaast hebben wij een dubbele set camalots van #.3 t/m 4 en één #5 (of #4.5) en een set nuts. De grote cam is vrij essentieel voor de sleutelllengte. Doe ook een helm op aangezien het een vrij avontuurlijke route is. In de route is slechts één stuk prusiktouw achtergelaten op de standplaats na de eerste lengte. Alle standplaatsen zijn zeer solide in te richten op mobiele tussenzekeringen.

Documentatie
Voor een topo van de route ‘Asgare Ossaime’ zie HIER. Daarnaast vind je heel veel informatie in het prachtige gidsje van Christian Ravier: Taghia Montagnes Berbères. En voor verdere vragen kan je natuurlijk contact met mij opnemen.