First ascents in de Revelation Mountains, Alaska

Op 11 maart zijn Bas Visscher en ik vertrokken naar Alaska. Het doel: beklimmen van maagdelijke ijsroutes op onbeklommen noordwanden in een afgelegen bergmassief. Ons oog was gevallen op de `Revelation Mountains`, een zeer afgelegen massief in het zuidwestelijk deel van de Alaska Range. Hieronder het verslag van onze expeditie. En natuurlijk is een expeditie geen expeditie als alles niet anders gaat als gepland.

Basiskamp
Na zes dagen slecht weer kunnen we op dinsdag 19 maart eindelijk ingevlogen worden naar de Fish Glacier. De Fish Glacier is de enige vlakke plek enigszins in de buurt van onze klim doelen waar Paul, onze piloot, kan en wil landen. Van hieruit is het plan ons basiskamp in te richten net over de 500 m hoger gelegen bergpas richting het noorden.
Als we vroeg in de middag landen weten we dat we ons plan van een strategisch gelegen basiskamp wel kunnen laten varen. Als we het vliegtuig uit stappen staan we letterlijk tot voorbij ons middel in de verse poedersneeuw. Nadat al ons voedsel en materialen zijn uitgeladen vliegt Paul weer terug richting de bewoonde wereld. Het geluid van de propellers verdwijnt langzaam en maakt plaats voor een diepe stilte. De laatste kristalvormige poedersneeuw dwarrelt neer als Bas en ik elkaar aankijken. “Nou, daar zijn we dan. Man, man wat een sneeuw”!
Met het lood in de schoenen en een zwaarmoedige geest brengen we onze voorraad naar de dichtstbijzijnde morene. Het is bitterkoud, zelfs in de zon, en allebei weten we dat we snel de tent moeten opzetten om ons te wapenen tegen de extreme koude die de nacht zal brengen.

Slecht weer in BC

De volgende dagen is het weerbericht slecht. Lichte sneeuw afgewisseld met mist en lage bewolking domineren het weerbeeld. Af en toe zien we flarden van de bergenwanden opdoemen uit de kleurloze mist. Alsof de bergen te verlegen zijn zichzelf te laten zien zonder de beschermende mantel van het wolkendek. We vullen de dagen met het graven van een groot sneeuwhol en lezen, heel veel lezen. “When the fire goes out you start feeling the cold, you’ll wake up whether you want to or not”. Buiten huilt de wind over de bergpas als ik langzaam in slaap val met Murakami’s passende woorden.
Ook maken we de eerste verkenningstochten richting de bergpas. Elke nacht worden onze zwaarbevochten skisporen gewist. Het lijkt of de bergen ons iets wil leren en zo na elke les stelselmatig de aantekeningen van het krijtbord wist om ons klaar te maken voor de grote dag. De grote dag die maar niet lijkt te komen.

Hoge druk
Maar dan, na zes dagen, krijgen we bericht van onze weermannen dat er een sterk hogedrukgebied aan komt. We besluiten gelijk naar ons hoofddoel te gaan, de ruim 800m hoge noordwand van de Titanic (2834 m). Op de eerste mooie dag vellen we omhoog naar de bergpas en kijken we voor het eerst in de vallei richting de Titanic. Wat we zien schetst onze verbazing. Een kronkelende massa ijs met zichtbare spleten en heel veel ongeordende rotsblokken. En links hiervan de duistere en naargeestige noordwand van de Jezebel. Heerszuchtig torent ze boven ons uit. Haar immens grote seracs hangen als levensgevaarlijke wapens boven de gletsjer waar wij straks overheen moeten skiën. De Jezebel noordwand is nog nooit beklommen en lijkt dus haar naam eer aan te doen en iedereen die haar ondervraagt uit de weg te ruimen. Waar is in godsnaam alle sneeuw?

Bas klimt de morene omhoog op weg naar de Titanic met op de achtergrond Hesperus.

Het skiën is lastig en de rugzakken zijn zwaar maar ondanks alles genieten we met volle teugen van de ‘openbaring van de bergen’ in het zonlicht. De droge condities maken het skiën extra lastig en soms zelfs onmogelijk. Op een splitsing van twee gletsjers moeten we zelfs de ski’s op de rug binden om zo de steile morene op te klimmen. Na ruim acht uur komen we afgepeigerd aan onder aan de voet van de noordwand. Gelijk valt ons op dat de wand droog is, heel erg droog. De enige lijn waar wat sneeuw en ijs in lijkt te zitten bevindt zich in het begin onder een serac. Omdat de serac er niet actief uit ziet besluiten we deze lijn te proberen. Het lijkt de enige optie naar de top. Als we een aantal uren later in de tent liggen horen we het onheilspellende gedonder van een massabeweging. Direct over onze beoogde lijn dendert een sneeuwlawine naar beneden. Dit maakt abrupt een einde aan ons klimplan van de volgende dag. In de nacht lig ik wakker en pieker ik over het signaal wat de berg ons zojuist heeft afgegeven. We liggen op een steenworp afstand van ons hoofddoel, waar we al een half jaar naar toe leven, maar het doel lijkt nu verder weg dan ooit.

Noordgraat Titanic
In het holst van de nacht volg ik het spoor van Bas door de diepe poedersneeuw. De dag ervoor zijn we met een kater wakker geworden en hebben we een nieuw plan moeten maken. Ook zaten we de hele dag op rantsoen omdat deze extra dag niet was ingepland.
Maar nu zijn we in beweging en verschijnt langzaam de zon boven de horizon vergezeld door een prachtig arctisch kleurenpalet. Het eerste deel van de graat is eenvoudig en klimmen we op lopende zekering. Toch zijn er listige stapjes met name doordat de sneeuw weinig gezet is. Gisteren hadden we ingeschat dat de graat vrij eenvoudig zou moeten zijn. Maar als we op de graat staan zinkt ons de moed in de schoenen. Ik herinner mij een zin uit een expeditie verslag: “In Alaska everything is bigger than it seems”.

Bas met nog een lange weg te gaan.

De graat is lang en alsof dat nog niet genoeg is wordt hij op regelmatige afstanden doorbroken door diepe kloven. Kortom een tijdrovend geheel.
We proberen zoveel mogelijk de graat te volgen maar klimmen ook stukken door de sneeuw flank aan de oostzijde om de diepe kloven te overbruggen. Hier en daar hebben we uitdagende lengtes met matige sneeuw op bikkelhard graniet van hoge kwaliteit. In één lengte beweeg ik door een prachtige versnijding naar een klemblok zo groot als mijn Volkswagen bus. Het laatste stuk is zowaar een squeeze-chimney waardoor ik genoodzaakt ben mijn rugzak af te doen en onder mij te hangen. Niet veel later klimmen we over een messcherpe firngraat en staan we oog in oog met de seracs die ons twee dagen geleden nog duidelijk wilden maken dat we niet welkom zijn. Ook nu is hun aanblik angstaanjagend en ik vervloek mijzelf dat ik überhaupt binnen hun reikwijdte wilde klimmen.
Na nog een dik uur afmattend sporen door diepe geconsolideerde sneeuw staan we met een hallucinerend uitzicht op de top van de Titanic. Met een brede glimlach op ons gelaat genieten we volledig van het moment. Dit is toch wel waarvoor we naar Alaska zijn gekomen!

Bas op weg naar de top van de Titanic met op de achtergrond P8910 / Tantalus.


Bas met op de achtergrond de prachtige noord graat.

How we lose
De terugtocht naar het basiskamp is lang en vol met onvoorziene ontberingen. White-outs, steile firn met onvoorziene glijpartijen en voortdurend veranderende sneeuwcondities die het skiën tot een hel maken. Het skiën door een white-out zorgt af en toe voor hilarische, slapstickachtige taferelen.

Het hogedrukgebied houdt aan waardoor we naar twee rustdagen een poging doen op de steile noordwand van Peak 8910. Helaas klimmen we ons al snel vast op een sectie met kale granieten platen zonder ijs of enige afzekerings mogelijkheden. De weg naar de top lijkt nabij maar blijft helaas onbereikbaar.
We besluiten een stap terug te doen in onze ambitie. Vanuit het basiskamp proberen we nog een mooie graat naar een onbeklommen subtop van de Obelix. Maar ook nu strand de poging snel. Terug in het basiskamp verschuilen we ons in de slaapzak en achter de e-reader. Ik probeer in gedachten onze mislukte pogingen te relativeren. In mijn boek pakt een passend citaat van Ernest Hemingway mijn aandacht “The ultimate value of our lives is decided not by how we win but by how we lose”.

Tantalus
Veel tijd om verder te lezen is er niet. Een sterk lagedrukgebied bouwt zich op boven de Golf van Alaska waardoor een laatste kans op een nieuwe beklimming niet op zich laat wachten. Op de laatste mooie dag staan we met een gevoelstemperatuur van -22°C onze ski’s onder te binden. Het doel is het zuid couloir van Peak 8910. Op het oog een zeer eenvoudige lijn maar ja, in Alaska is niets wat het lijkt, dus onderschatten we het niet.

Een markante lijn naar de top van P8910/Tantalus net links van de vallijn onder de top.

De bijtende kou maakt snel plaats voor de brandende zon. En niet veel later klimmen we door het prachtige couloir omhoog. Aan beide kanten torenen steile rode granieten wanden boven ons uit. Het couloir wordt op twee plaatsen onderbroken door een steile sectie zonder sneeuw. Bas en ik genieten volop van de korte doch mooi stukken technisch klimmen. Op de topgraat blijkt het genieten van korte duur. De topgraat bestaat uit bizar slechte sneeuw. Op lange stukken spartelen we letterlijk als ‘een vis op het droge’ door de sneeuw naarstig op zoek naar enig houvast met onze stalen punten op de verborgen, gladde granieten platen. Maar na hard werken komt de beloning en staan we op de top van Peak 8910. Ten noordwesten van ons zien we de steile spitse toppen van de Kichatnas en zowaar daarachter, als witte puisten, Denali en Sultana.

Op de top van Tantalus (8910 Ft) met op de achtergrond de top van de Titanic.

Drie dagen later staan we weer met beide benen in de bewoonde wereld van Talkeetna. Zoals zo vaak is het contrast met de luxe van ons ‘doorsnee leven’ en het ‘expeditie leven’ groot. Verse koffie, koud bier, groente en fruit, schone sokken en bovenal water in vloeibare toestand zijn de eerste dag een ware extase maar ook al snel weer vanzelfsprekend.
De laatste dagen in Alaska genieten we van de luxe en hebben Bas en ik tijd om de expeditie te bespreken en te laten zinken. Het was niet gemakkelijk en door de bizar droge omstandigheden in de noordwanden ook wel enigszins teleurstellend. Toch hebben we het gevoel dat we twee mooie beklimmingen hebben gedaan dat als team binnen ons bereik lag. Tot zover bekend hebben we de derde beklimming van de Titanic (2834 m) volbracht via een nieuwe route over de noord graat. Ook hebben we een nieuwe lijn geklommen op de berg zonder naam ‘Peak 8910’. Hoewel we als tweede team op de top van de berg staan willen we de berg een naam geven. We noemen de berg ‘Tantalus’ naar een figuur uit de Griekse mythologie. Een tantaluskwelling noemt men iets dat je graag wil waar net niet kan krijgen. Typerend voor onze expeditie vonden wij 😊

De blik van Bas zegt genoeg, het is tijd om het inzakkende sneeuwhol voorgoed te verlaten.

Met veel dank aan:

  • Bas Visscher – we hebben het toch maar samen gedaan! zie zijn verslag HIER.
  • Court Haegens, Vincent Perrin en Wout Martens – weermannen van ongekende waarde!!!
  • Ann Starkey – voor het verblijf en de hulp in Anchorage.
  • Iris Vandenham (Flowerkennel) en Sam, Mouse, Rachel, Bluma, Lilja, Flora, Hayden en Kiglo – voor het verblijf in Talkeetna, het mushen, het weerbericht en natuurlijk de klusjes rondom het huis!
  • Tom Livingstone – voor de info tijdens de voorbereiding.
  • Rab – voor alle support en de perfecte kleding.
  • NKBV – voor de support.