Zoals in heel Europa is het ook in de Alpen stervensheet. Zelf wordt ik er behoorlijk loom van en ben ik moeilijk voorruit te branden. En als je dan lekker in de schaduw zit onder een boom en in goed gezelschap dan is het extra lastig jezelf in beweging te krijgen. En al helemaal naar het hoogste punt van de Alpen.
57-61: Aig. Blanche de Peuterey tot Monte Bianco
Voor het eerst dit project merk ik dat ik helemaal geen zin heb om op pad te gaan. Zal het de sleur zijn? Of is het onze keuze voor de relatief makkelijke routes te gaan? De signalen uit de bergen zijn ook niet echt motiverend. Veel steenslag bij de Col Emile Rey, de Gonella hut die vroegtijdig dicht gaat vanwege watergebrek en de normaalroute van de Mont Blanc die wordt gesloten. Zorgwekkende ontwikkelingen dus.
In de bloedhitte lopen we zaterdag 16 juli omhoog richting het Eccles bivak, dat is gelegen op maar liefst 3852 m hoogte. Omdat de route over de gletsjer wordt afgeraden klimmen we over de Punta Innominata, een beklimming op zichzelf. Na een warme dag komen we rond half 7 in de avond in het spectaculair gelegen Eccles bivak aan. Het idee is de volgende dag op de meest eenvoudige manier de 4000 m bergen te beklimmen die hier liggen. De ambitie om dit via mooie aansprekende routes te doen zal ik moeten laten varen. Met deze hitte en condities is het nu een kwestie van ‘peak-bagging‘.
Het idee is vanaf de Col de Peuterey omhoog te klimmen naar de Aiguille Blanche (4112 m) en vervolgens terug te gaan en via de Grand Pilier d’Angle (4243 m) naar de top van het Mont Blanc massief door te klimmen. Enigszins ongebruikelijk, maar gezien het verhoogde risico op steenslag wel veiliger, kiezen we ervoor via de bergkam terug af te dalen naar de 300 m lager gelegen Picco Luigi Amadeo (4460 m). En vervolgens dezelfde weg weer terug te gaan. Het zijn allemaal flinke afstanden die we moeten afleggen om de verschillende bergtoppen aan elkaar te rijgen. Weinig spectaculair klimmen maar simpelweg hard werken.
Als we afdalen richting de Picco Luigi Amadeo (4460 m) voelt het apart richting zo’n hoge berg af te dalen om de top te bereiken. Als we afklimmend over de rotsen bewegen beginnen mijn vingertoppen aan beide handen flink pijn te doen. Door het aanhoudende droge weer zijn er kloven in mijn vingertoppen ontstaan. Het is even niet anders. Vrijwel de gehele dag werken we in een rustig tempo door aan het bereiken van de verschillende bergtoppen. Als we dan rond half 7 s’ avonds op de top van de Mont Blanc staan zijn we tevreden met onze voortgang. Het is en blijft genieten vanaf dit hoogste punt over de rest van de Alpen heen te kijken!
62-63: Dome du Gouter en Aiguille de Bionassay
Na een goede nachtrust in het Vallot bivak gaan we redelijk uitgeslapen rond 7 uur weer op pad. Vandaag staat voornamelijk in het teken van ‘afdalen’ via de Italiaanse normaal route. Dat we hierbij onderweg nog nog twee bergtoppen mee kunnen pakken is mooi meegenomen. Binnen een half uur staan we dan op de eerste, de Dome du Gouter (4304 m), eerder een sneeuwheuvel dan een bergtop. Maar hey, deze hoort er ook bij!
Met een fris ochtend briesje dalen we verder af richting Italië. Onderweg is het opvallend rustig. Later lezen we dat de normaalroute van de Mont Blanc niet meer wordt beklommen door de Franse gidsen. Te gevaarlijk vanwege steenslag.
Op de Col de Bionassay laten we de tassen achter en klimmen we over de uitgesproken sneeuwgraat naar top 63 van het project, de Aiguille de Bionassay (4052 m). Na een kort fotomoment beginnen we dan aan de eindeloze 3200 m naar beneden. Rond half 6 komen we dan eindelijk aan op de camping. Alwaar we, in alle gezelligheid, ons laten verwennen door een volledige verzorgde maaltijd van Gerke en Anne. Inclusief hydraterende vingerzalf 🙂