De afgelegen bergen

Na twee welkome rustdagen en een kort maar hevig koufrontje was het tijd om de stramme benen weer eens te strekken. Na de makkelijk-scoren ronde over het Monte Rosa massief vonden Boris en ik dat we nu maar wat bergen moesten kiezen die afgelegen lagen en technisch moeilijker zijn. Zo gezegd zo ge(diggidiggi)daan.

22: Dent Blanche, zuidgraat

Op vrijdagochtend 10 juni lopen we onder een wolkeloze, zonovergoten maar bitterkoude ochtend vanuit Zermatt omhoog richting de Schönbielhutte. Het plan is door te steken naar de Cabane de la Dent Blanche hut. Het voelt raar dat we twee rustdagen gehad hebben en we vandaag niet al aan het klimmen zijn. Maar rationeel gezien is het een verstandige keuze de nieuw gevallen 10-20 cm verse sneeuw tot rust te laten komen en zo onze energie te sparen. Als we een paar uur later de Schönbielgletsjer oplopen zien we de machtige zuidoost flank van de Dent Blanche (4357 m). De geïsoleerde ligging van de Dent Blanche maakt het beklimmen van de berg vanuit alle windrichtingen een serieuze onderneming. Langzaam vreet de omgeving aan mijn gemoedstoestand en begin ik mij eenzaam en vooral kwetsbaar te voelen.

De prachtige wandeling naar de Schönbielhutte zorgt voor een verbluffend zicht op de iconische Matterhorn.

In een wonderschone zaterdagnacht lopen we omhoog richting de zuidgraat. Aan de overkant van het dal zien we lampjes onder de Matterhorn noordwand van andere klimmers die hun eigen avontuur tegemoet gaan. Vandaag zijn het eindelijk weersomstandigheden zoals je ze het liefst hebt. Geen wolkje aan de lucht en vooral geen wind. Bij elke stap kraakt de hard gevroren sneeuw onder onze voeten. De 900 m lange zuidgraat is de makkelijkste route naar de top maar geenszins een eenvoudige onderneming. Doordat we inmiddels goed op elkaar zijn ingespeeld klimmen we in rap tempo door het rots gedeelte omhoog. De route, de condities en vooral het mooie weer maken het geheel een beklimming om van te genieten.

Boris klimt richting de start van de moeilijkheden op een perfecte ochtend.

Na een prachtige beklimming en een vermoeiende afdaling komen we aan het einde van de dag aan in het Arbenbivak. Een idyllisch gelegen berghut onder de zuidwand van de Ober Gabelhorn. Hier heb je een geweldig eersterangs uitzicht op de noordwand van de Matterhorn. Tot onze grote verbazing arriveren niet veel later 4 Italiaanse klimmers en 12 studenten uit Visp. Met 15 slaapplaatsen hebben Boris en ik, in al onze onwetendheid, spijt niet te hebben gereserveerd. Gelukkig is iedereen welwillend een plaatsje in te schikken en mogen Boris en ik een matrasje delen. Onder het geroezemoes van 12 studenten, die niet voor dag en dauw op moeten staan, vallen we in een diepe slaap.

Onder een gezellig geroezemoes probeer ik in de bedstee de slaap te vatten.

23: Ober Gabelhorn, overschrijding via de Arbengrat

Gezamenlijk met de 4 Italianen lopen we omhoog richting de Arbengraat. Niet veel later zijn ze uit het zicht verdwenen als we het touw erbij pakken aan het begin van de graat. Er staat een ijzige wind en doordat we op een oostgraat klimmen moeten we lang op de zon wachten. De bittere kou zorgt ervoor dat we, in onze donsjassen en in beweging, nog steeds sterk afkoelen. Als we halverwege de graat achter een rots toren even wat beschut zijn tegen de wind moet ik zelfs mijn extra paar warme sokken aantrekken tegen de koude tenen. De hele graat klimmen we op onze stijgijzers omdat er nog relatief veel sneeuw ligt. Bij de sleutelpassage zoek ik naarstig naar de weg van de minste weerstand. “Let op Boris, dit is moeilijk”. Met gevoelloze vingers en tenen schraap ik mezelf over de platige rotsen omhoog. Man man wat voelt dit hard aan.

Niek op de top van de Ober Gabelhorn met links de Dent d’Herens en rechts de Dent Blanche (foto: B. Textor).

Als we op de top van de Ober Gabelhorn (4063 m) aankomen staan we eindelijk in de zon. Maar helaas legt de zon het af tegen de ijzige wind. Gelukkig maakt het uitzicht alles meer dan goed. Voor ons de machtige noordwanden van de Matterhorn en Dent d’Herens. En de imposante verschijning van de Dent Blanche. Het voelt goed deze laatste al beklommen te hebben.

Boris begint aan de lange en listige afdaling vanaf de top van de Ober Gabelhorn.

Als we aan de afdaling beginnen merk ik dat de steilte om mij heen meer dan anders op mij drukt. Het is een lange en vermoeiende afdaling. Mentaal ben ik moe waardoor ik langere stukken met de rug naar het dal afklim. Hierdoor ben ik een stuk langzamer maar neem ik wel minder risico. Als we na negen uur aankomen in het winterraum van de Rothornhutte zijn we flink afgepeigerd. Na een kop hete soep en een powernap van twee uur checken we nog even het weer. “Hey Boris, ik denk dat we beter naar het dal kunnen gaan want er komt weer slecht weer aan”.

Posted in 4000 m, alpinisme, Blog.