Berner Oberland op ski’s

De winter van 2021-2022 is een winter geweest van erg weinig sneeuwval. Daarom besloten we vorige week, met het voorspelde hoge druk gebied, naar Berner Oberland te gaan. In dit gebied kan je veel bergen betrekkelijk makkelijk bereiken met de ski. Nu zijn we terug in Wallis en kijken we met een tevreden blik terug op vorige week. Succesvol maar geenszins gemakkelijk.

24-25: Monch & Jungfrau

Boris op de topgraat van de Monch.

Dinsdagmiddag 14 juni laten we de zware tassen liggen onder de instap van de zuidoostgraat van de Monch (4107 m). Lekker licht klimmen we omhoog en genieten we van het weidse uitzicht. Via de messcherpe sneeuwgraat bereiken we vervolgens de top. Niet veel later zitten we alweer in de Monchjochhutte. Ditmaal in in goed gezelschap van Tomas van Lieshout, een deelnemer van de tweede lichting van de Expeditie Academie en inmiddels een gediplomeerd berggids, en zijn klant André. We hebben een gezellige middag waarin we veel praten over het vak als berggids maar ook over het leven ernaast.

De volgende ochtend is het ontbijt weer om 3hr30. Boris en ik doen rustig aan want beiden weten we dat we met onze ski’s sneller zullen zijn dan de andere 3 touwgroepen die deze dag op pad gaan (zonder ski’s). Als we even later langs de sjokkende touwgroepen sjezen kan ik een genoegzame grijns niet onderdrukken. Als de dageraad langzaam zijn intrede doet zijn wij al op de markante schouder van de Rottalsattel. De zonsopgang en de sterke bewolking zorgen voor een prachtig schouwspel van licht met talloze oranje- en grijstinten. De sneeuwhellingen richting de top van de Jungfrau (4158 m) zijn heel even zelfs roze van kleur. Na een dikke twee uur staan we dan op de 25e top van dit project. Als we naar beneden skiën verdwijnt achter ons de top uit het zicht onder een dikke deken van wolken.

Boris bekijkt het laatste stuk naar de top van de Jungfrau vanaf het Rottalsattel.

26-27: Gross Grunhorn & Aletschhorn

De ochtend van 16 juni is grauw. Enigszins verbouwereerd gaan we op pad want de dag ervoor is het kleine beetje klimmateriaal wat we bij ons hadden (om zekeringen te leggen in de rots) simpelweg verdwenen. Gestolen door toeristen, klimmers of door de chagrijnige huttenwaard, we weten het niet. Ik troost mezelf met de oorzakelijkheid van Kharma, slechte daden hebben slechte gevolgen. Als we in beweging zijn laten we snel de vervelende ervaring achter ons en vellen we omhoog richting de top van de Gross Grunhorn (4044 m). Het is fijn dat een goede vriend van Boris en een goede skiër, Vincent, zich bij ons heeft aangesloten voor de aankomende dagen.

Niek op de top van de Gross Grunhorn op donderdag 16 juni (foto: B. Textor).

Na de beklimming van de Gross Grunhorn is de dag geenszins voorbij. Want voor ons ligt nog een lange weg richting de Hollandiahut. Voor kilometers lang lopen we over de apere gletsjer van de Konkordiaplatz (aper = er ligt geen sneeuw maar de gletsjer bestaat direct uit blank ijs). Het is een intens droevige gewaarwording dat aan het begin van de zomer het sneeuwdek al zo snel is weggesmolten.

Boris klimt omhoog op de noordflank van de Sattelhorn.

In een heldere nacht van 17 juni beginnen Boris en ik aan de westgraat van de Aletschhorn (4193 m). Vincent heeft besloten in de hut te blijven om zijn krachten te sparen voor de aankomende dagen. Al snel weten we allebei dat het geen makkelijke dag gaat worden. Het bovenste stuk naar de Sattelhorn klimmen we op blank ijs dat met een licht pickeltje en op onze ski schoenen geenszins gemakkelijk aanvoelt. Boven op de graat zien we ruim twee kilometer verder de top van de afgelegen Aletschhorn. Het hele stuk klimmen we in een stormachtige wind die dwars op de graat staat. Ongelofelijk dat dit niet werd vermeld in de voorspellingen. Langzaam vreet de wind aan onze mentale weerbaarheid en bij elke stap richting de top besef ik dat de terugweg langer en de dag zwaarder wordt. Na 5 uur bereiken we de top van de Aletschhorn. Van euforie of blijdschap is geen sprake want allebei weten we dat het nog een hele lange weg terug is.

28: Finsteraarhorn

Als we s’avonds om 20hr in het winterraum van de Finsteraarhornhutte aankomen zijn we 15 hr non-stop in beweging geweest. Als de brander het water kookt en ik de vriesdroog maaltijden voorbereid denk ik aan het mentale aspect van (duur)sport. Meer en meer besef ik mij hoe belangrijk dit is. Als je jezelf aan het begin van de dag een doel stelt past je geest zich daar op aan. Hoe vaak ik tijdens dit project bij aankomst in de hut er niet meer aan zou moeten denken verder te moeten lopen. Terwijl we zojuist na een zware 11 uur durende beklimming gewoon nog in 4 hr naar deze hut hebben gelopen. Gewoon omdat we dit van tevoren ons als doel hadden gesteld.

Vincent en Boris in de laatste meters naar de top van de Finsteraarhorn (4274 m).

Als s’nachts weer om 3 hr de wekker gaat begin ik mij toch wel een beetje te storen aan het vroege opstaan. Maar ja, hoe later je op pad gaat hoe meer last je zal hebben van de zachte sneeuw. We laten de groep van 4 Duitsers rustig hun ding doen voordat we uit bed stappen. Want het hutje is maar krap. Even later lopen we door de nacht omhoog. Eindelijk worden we dan beloond met een prachtige zonovergoten windstille dag. Hierdoor genieten we volop van de beklimming en hebben we voor het eerst dit project en heuse pauze op de top.

Als we rond de middag terug zijn op de hut gaan we, na een kop soep en wat brood, alle drie even op bed liggen. Twee uur later worden we weer wakker. De sfeer is goed en ontspannen terwijl we een potje regenwormen spelen. Aan het begin van de avond komen Line van den Berg en Franzi binnen denderen. Vol enthousiasme vertellen ze over hun knappe beklimming van de kilometers lange zuidoost-graat. Ook Line is van de tweede lichting van de Expeditie Academie en maakt inmiddels erg mooie en aansprekende beklimmingen.

29-30: Hinteres & Gross Fiescherhorn

Nog één keertje dan. Opstaan voor dag en dauw. En dan mogen we toch wel eens een rustdag hebben. Bij het aanbreken van de dag van zondag 19 juni manoeuvreren we ons een weg omhoog tussen de diepe, duistere spleten van de Walliser Fiescherfirn. Meermaals verzucht Boris “Wat een gatenkaas, en wat ligt er weinig sneeuw”. Als we over een smalle sneeuwbrug omhoog vellen besef ik mij dat we geluk hebben. Als deze smalle kleine brug er niet was geweest hadden we een probleem gehad.

Op wederom een prachtige ochtend beklimmen we de dicht tegen elkaar gelegen Hinter Fiescherhorn (4025 m) en de Gross Fiescherhorn (4049 m). Nog even moeten we hard werken in de zachte sneeuw omhoog en het blanke ijs omlaag maar dan vellen we genoegzaam onder de brandende zon richting onze welverdiende rustdagen.

De route die we hebben afgelegd van 14 juni t/m 19 juni 2022 waarbij we 7 vierduizenders beklommen (kaartje: B. Textor).
Posted in 4000 m, alpinisme, Blog.