Sommige ideeën kan je het beste uitstellen tot de tijd rijp is. Zo heb ik al een tijdje de droom om de Mischabelgruppe in zijn geheel te overschrijden. Hiermee klim je een lange en vrij technische rotsgraat over maar liefst zeven 4000 m bergen. Vanaf het Mischabeljoch bivak klim je achtereenvolgens over de Täschhorn, Dom de Mischabel, Lenzspitze, Nadelhorn, Stecknadelhorn, Höbarghorn en Dirruhorn. Dit soort ondernemingen kan je alleen doen als je goed geacclimatiseerd bent, er goed weer is voorspelt en je de juiste klimpartner hebt. Mocht dit afgelopen weekend nou net het geval zijn.
36: Alphubel
Op zaterdag 2 juli lopen we omhoog richting het Mischabeljoch bivak. Het is een prachtige dag wat onder alpinisten ook wel ‘grand beau‘ wordt genoemd. Hoewel je op dit soort dagen al aan het klimmen wil zijn hadden we gisterochtend besloten alles een dag uit te stellen. Want de sneeuw die donderdag was gevallen willen we zo min mogelijk op onze route hebben. Dus laat de zon het maar lekker wegsmelten.
Als we in het bivak aankomen is het al druk. Er liggen mensen op bed, er is iemand bezig met de houtstoof en er zitten mensen apathisch voor hun uit te staren. Boris en ik legen onze tassen op onze geclaimde bedden en beginnen aan de korte graat richting de top van de Alphubel (4206 m). Het is heerlijk ontspannen met een lichte rugzak de 400 m naar de top omhoog te klimmen. Op de top worden we even later verwelkomd door Robert en zijn vriendin Ozden. Robert is van de 3e lichting van de Expeditie Academie en zojuist zijn ze via de Rotgrat omhoog geklommen. Wat een gezelligheid!
In de avond zit het bivak stampens vol. We liggen al vroeg in bed maar van slapen is nog geen sprake. Een irritante Italiaan zit te bellen. Een andere idioot vindt het blijkbaar nodig elke 10 seconde de deksel van een pan te lichten en weer op de pan te laten kletteren. Zij zullen waarschijnlijk niet om 2hr op moeten staan….
37-43: Overschrijding Mischabelgroep
In het holst van de nacht zitten we onze ‘overnight oats’ naar binnen te werken terwijl buiten de wind giert langs het bivak. Er zijn nog twee andere teams die al uit de veren zijn. Als eerste stappen we de nacht in en beginnen we aan de zuidoostgraat richting de Täschhorn (4491 m). De zuidwesten wind is koud en onaangenaam. Elke keer als we aan de oostzijde van de graat klimmen voelt het alsof we een warme oase binnenstappen, heerlijk uit de wind. In een rustig ritme klimmen we omhoog en in precies twee uur staan we op de top. Als we aan de afdaling over de noordgraat beginnen komt tegelijkertijd de zon op.
De afdaling is gelijk vrij technisch waardoor we al snel het touw er bij pakken. Gelukkig is de rots van hoge kwaliteit. Zigzaggend klimmen we onszelf een weg naar beneden. De gladde gneiss platen zijn vaak listig voor de voeten maar de spitse graat bied bijna overal goed houvast, als een natuurlijke trapleuning. Af en toe schitteren de mica mineralen, ook wel glimmers genoemd, prachtig zilverkleurig in de opkomende zon.
Als we op het laagste punt tussen de Täschhorn en de Dom staan, het Domjoch, verschijnt voor ons een reusachtig woud aan rotstorens. Het geheel doet mij denken aan een tafereel uit een of andere apocalyptische science-fiction film. Wat een waanzinnig ruige omgeving!
Zonder touw klimmen we verder over de opeengestapelde rotsmassa. De zuidgraat van de Dom is berucht om zijn losse gesteente. Hoe gek het misschien ook klinkt voelen wij ons daarom veiliger om zonder touw te klimmen. Elk terrein, touwgroep en situatie vraagt weer om een nieuwe risico afweging. Beheerst klimmen we over de losse broden van rots omhoog. Bij elke beweging probeer ik mijn gewicht over meerdere stukken rots te verdelen. Gek genoeg is het prachtig klimmen en voel ik mij volledig in controle.
Klokslag acht uur staan we op de top van de 4545m hoge Dom de Mischabel, de hoogste berg die geheel op Zwitsers grondgebied staat. Allebei weten we dat het moeilijkste deel van de dag er op zit. Maar we hebben nog een lange weg te gaan.
Bij de afdaling van de Dom verlaten we kortstondig de graat. De noordflank van de Dom is vergletsjerd en door de hard opgevroren sneeuw dalen we comfortabel af naar het Lenzjoch. Tijdens de afdaling begin ik een zeurend gevoel in mijn knieën te voelen. Het makkelijke terrein geeft ruimte in mijn hoofd om mij zorgen te maken over mijn lijf. Houd ik het wel vol om zo lang en zoveel in de bergen onderweg te zijn?
De zuidgraat van de Lenzspitze is kort maar steil. Beiden beginnen we al flink moe te worden in de benen. Niet veel later staan we dan op de derde top van de dag, de Lenzspitze (4294 m). En hop weer door richting de Nadelhorn! De graat tussen de Lenzspitze en Nadelhorn is van prachtig, hoge kwaliteit rood gelig gneiss. Het is werkelijk prachtig klimmen. Als we op de top van de Nadelhorn (4327 m) staan verbaas ik mij over de locatie van het topkruis. Naast het topkruis staan twee andere alpinisten te vieren dat ze de top hebben gehaald. Terwijl ik 30 m verder zichtbaar hoger sta?
Afdalen en weer omhoog richting de Stecknadelhorn (4241 m). En ja hoor, op 3 juli om 12hr30 staan we dan op de 41e top van het project en zijn we officieel op de helft.
Als we door klimmen naar de Höbarghorn (4219 m) merk ik dat mijn coördinatie wel enigszins begint af te brokkelen. Grote stappen kosten grotere moeite en langzaam begin ik ook het plezier in het klimmen te verliezen. Als we de Dirruhorn (4035 m) bereiken na precies 12 hr klimmen ben ik blij maar ingetogen. Gelukkig is het nu alleen nog maar naar beneden.
Terwijl ik dit opschrijf besef ik mij wat een understatement “alleen nog maar” is. Want de hele afdaling naar Grächen heeft ons nog een kleine zes uur gekost. Waarbij we het eerste stuk eindeloos lang afklimmen over dramatisch slechte rots. Maar voor het donker bereiken we het chalet in Grächen. Na een paar smaakvolle pannekoeken vallen we in een diepe slaap terwijl buiten het onweer en de regen de dag afsluiten.