Afgelopen dinsdag 24 januari stond ik samen met Alec Hull en Zac Vertrees op de top van de 2580 m hoge Aguja Guillaumet. We klommen omhoog via de uiterst interessante ‘mixed’ route Comesaña – Fonrouge. Omdat het een beetje een uitgebreide lap tekst is geworden heb ik er een trip report van gemaakt. Zie HIER voor het verslag.
Monthly Archives: January 2017
Whillans–Cochrane, Aguja Poincenot
Na een maand wachten en een aantal mislukte pogingen in de bergen was mijn zelfvertrouwen inmiddels tot een absoluut dieptepunt gedaald. Wordt het mij nog wel gegund om een beklimming te maken in het prachtige Fitz Roy massief? Of ga ik naar huis met alleen de herinneringen aan het onstuimige weer en de moeilijke beslismomenten? Inmiddels zou ik al blij zijn met de kleinste ijs- of rotsroute die het massief te bieden heeft. Helaas zat de tijd met Jefta er alweer op maar gelukkig kon ik mij aansluiten bij Jelle Staleman en Boris Textor, die beiden voor de eerste keer in Patagonië zijn. Daarom ben ik heel blij dat ik kan berichten dat wij met z’n drieën op woensdag 11 januari op de top van de Aguja Poincenot (3002 m) stonden na een succesvolle beklimming van de Whillans-Cochrane route.
Het voordeel van het relatief koude en natte weer in de bergen is dat bepaalde routes juist beter in conditie raken. Zo had ik al gezien tijdens een tripje naar Piedra Negra dat de Whillans-Cochrane (550 m, M4, 70⁰, 5+) goed in conditie was, de gehele ‘rampe’ zat namelijk vol met sneeuw, een goed teken dus. De weersvoorspellingen voorspelden voor woensdag en donderdag een hoge druk en dus een mogelijkheid om te klimmen. De woensdag liet alleen nog harde wind van 100 km/hr op 3000 m zien dat gedurende de dag zou afnemen. Op de donderdag was de wind significant minder. Echter zou deze gedurende de dag juist weer toenemen. Uiteindelijk besloten we dat we wilden gaan klimmen op de dag waarop het weer gedurende de dag zou verbeteren, de woensdag dus.
Op de Passo Superior (1950 m) graven we in de sneeuw een sneeuwhol voor de tent. We worden gadegeslagen door een team van drie ingetogen Italianen en een team van drie vrolijke Argentijnen. Het is zonnig en vrij windstil waardoor onze inspanningen enigszins overdreven lijken. Maar uit ervaring weet ik dat het weer in Patagonië van de een op de andere seconde totaal kan omslaan, dus je kan niet wantrouwig genoeg zijn. En ja hoor, gedurende de nacht gaat het enorm tekeer. Naast ons horen we de tent van de Italianen vreselijk klapperen in de wind en moet ik denken aan de drie Argentijnen die bivakkeren zonder tent. Wat moeten zij een vreselijke nacht hebben.
Om 4hr15 vertrekken we in de nacht, die gelukkig enigszins tot rust is gekomen. Bij de Italianen en Argentijnen nog geen spoor van beweging. Het eerste stuk over de gletsjer gaat voorspoedig maar dan begint de diepe sneeuw. Jelle weet een mooi spoor te maken tot we bij een diepe randspleet komen die zeer lastig te passeren is. Al met al zorgt het diepe sporen en de randspleet voor behoorlijk wat vertraging. De 70⁰ sneeuw rampe klimmen we aan lopende zekering tot we bij de sleutellengte komen. Jelle klimt behendig en in goede stijl over de, met een dun laagje sneeuw bedekte, rotsplaten. In één beweging maakt hij zelfs gebruik van een toffe bijlplaatsing in een ondergreep, wauw! Op de schouder begint het 4e en 5e graads rots terrein en neem ik het scherpe eind van het touw over. Het route zoeken is niet eenvoudig en het is koud waardoor we alles met handschoenen aan klimmen. Na veel traverseren en een paar mooie doch eenvoudige secties klimmen we ons vast in een kleine brèche. We proberen weer terug naar rechts te klimmen waarbij ik na een moeilijk stuk opeens op een doodlopende toren sta. Inmiddels is de wind zeer nadrukkelijk en irritant aanwezig en daalt de moraal door de tijd die we verliezen. Na een vervelende abseil van de toren probeert Boris de route terug naar rechts weer te vinden. Nadat we een oude standplaats tegenkomen weten we dat we weer op de goede route zitten. Het laatste stuk naar de top klimmen we uit de wind en in de zon waardoor de moraal weer wat stijgt. Het voordeel van ons tijdsverlies is wel dat de wind inmiddels wat is gaan liggen. Om 17hr staan we dan eindelijk op de prachtige en scherpe top van de Aguja Poincenot. Als Jelle en Boris het laatste stuk nakomen naar het hoogste punt heb ik tijd om even goed van de omgeving te genieten. Voor mij wordt de horizon gevuld met de top van de machtige Fitz Roy. Hierachter ligt de Zuid -Patagonische ijskap dat door een dik pakket wolken wordt bedekt. Naar het oosten zie ik de gigantische Lago di Viedma schitteren in de zon. En in het westen, in de diepte, het ruige dal van de Cerro Torre met een bizar perspectief op El Mocho, de berg zonder top. De majestueuze, spitsige torens van de Cerro Torre en Torre Egger zijn, zoals zo vaak, volledig gehuld in dikke wolken en lijken dus in het landschap afwezig. Gelukkig staat de berg wel in mijn geheugen gegrift en op mijn netvlies gebrand. Ooit zal er weer een mooi weer venster komen om die torens te beklimmen!
Nat en onstabiel seizoen in Patagonie
Het is inmiddels alweer ruim twee weken geleden sinds mijn laatste blogbericht. Mijn inspiratie om te schrijven en over onze belevingen te berichten is namelijk erg laag geweest. Om een lang verhaal kort te houden: we hebben gewoonweg niet veel om over te vertellen. Het seizoen in Patagonië is tot nu toe uitzonderlijk slecht geweest. De Cerro Torre, ons hoofddoel, is dit seizoen nog niet beklommen. Er is één serieuze poging geweest aan de westkant, via de bekende Ragni route, in de week voordat wij aankwamen. Een gids met twee klanten, die de route al eerder had geklommen, is tot de top-mushroom gekomen. In de laatste lengte besloot hij na uren graven om te keren. De aangewaaide, ongeconsolideerde rijp was teveel om door te komen. Deze ijsroute is dus in slechte conditie. Om over onze droomroute, de zuidoostgraat, nog maar niet te spreken. Deze route is voorlopig totaal kansloos.
Nu ik heel veel de tijd heb gehad om na te denken vind ik ook weer een beetje de rust om er over te berichten. De afgelopen weken zijn Jefta en ik samen twee keer de bergen in geweest met kleine voorspelde ‘mooi-weer-vensters’. Helaas hebben we door omstandigheden, inschattingen en bepaalde beslissingen niets kunnen klimmen.
Piedra Negra
Op donderdag 22 december besluiten we omhoog te lopen naar Piedra Negra. Een bivakplaats gelegen ten noorden van de Cerro Fitz Roy van waaruit je wat kleinere routes, op bijvoorbeeld de oostwand van de Aguja Guillaumet, kan proberen. Op weg omhoog was het soms moeilijk het paadje te volgen vanwege de vers gevallen sneeuw en op de bivakplek moest de plek voor de tent uitgraven worden. Ons plan was de volgende dag een ijs route op de oostwand van de Ag. Guillaumet te proberen en daarna weer af te dalen. Volgens onze interpretatie van de weersvoorspellingen was vrijdag de beste dag en zou in de avond pas de wind weer toenemen. Toen om 3 hr ’s nachts de wekker ging hoorden we de wind huilen en luide valwinden vanuit de bergen naar beneden knallen. Beiden konden we ons er niet toe zetten in beweging te komen. Met de vers gevallen sneeuw zou het een barre overlevingstocht worden in winterse omstandigheden. In de nacht ging de wind dus niet liggen, sterker nog in de ochtend begon hij juist sterk toe te nemen waarbij de tent het nog behoorlijk kreeg te verduren. Een stel Oostenrijkers vertelden dat, volgens hun ‘speciale’ weersvoorspelling van een bevriende meteoroloog, zondag de beste dag zou zijn. Zij bleven dus nog twee dagen schuilen in hun tentjes. Wij hadden helaas niet genoeg eten meegenomen om dit uit te kunnen zitten. Tsja, als we dat hadden geweten.
Polacos
Een week later, op woensdag 28 december, lopen we richting de bivakplaats ‘Niponino’. Het basiskamp voor beklimmingen op de westzijde van de Fitz Roy groep en de oostwanden van de machtige Cerro Torre groep. In de weersvoorspellingen zou de luchtdruk op donderdag een absoluut hoogtepunt bereiken van 1010 Mb. Dit hadden wij nog niet meegemaakt tijdens onze trip. Na een zeven uur lange aanloop over enorm losse en brakke morenen komen we, uiteraard met harde wind, aan in Niponino. Niponino is een enigszins in de luwte liggend deel op de morene met grote rotsblokken en vlakke plekjes voor de tent. Omdat ons plan is de route ‘Chiaro di Luna’ op de Aguja Saint Exupery te beklimmen, besluiten we door te lopen naar Campo Polacos. Deze plek ligt dichter bij de instap van de route. Na een extra uur lopen komen we aan bij het grote rotsblok van ‘Polacos’ aan de rand van een steile morene rug. Jefta besluit water te halen en ik probeer het stenen muurtje rondom onze bivakplek wat op te hogen. Het valt niet mee want de wind is inmiddels op volle toeren. Het is zo nadrukkelijk aanwezig dat ik er bijna gek van wordt. Het continue suizen van de wind zorgt ervoor dat je elkaar slecht kan verstaan, dat het zeer koud aanvoelt en dat je geestelijk onder druk wordt gezet. Vermoeiend en heel irritant dus. Niet veel later zie ik de groep van vier Zwitsers ook op het kampement aankomen. Als laatste komt de Zwitserse jongedame. Als ze vijf meter rechts van mij loopt zie ik haar opeens omver geblazen worden en ‘head-first’ de steile helling van de morene af tuimelen. Ik ren naar de rand en zie haar veertig meter lager tot stilstand komen. We schreeuwen naar haar of ze nog leeft en gelukkig steekt ze vrij snel een hand in de lucht. Uiteindelijk blijkt ze niets gebroken te hebben maar haar hoofd heeft wel een flinke klap gehad. De Zwitsers besluiten haar terug naar El Chalten te dragen. ’s Nachts in de tent doen Jefta en ik letterlijk geen oog dicht vanwege de hevige wind die het tentdoek spookachtig doet klapperen. Ik weet nog dat het licht werd en dat de wind nog steeds tekeer aan het gaan was. Toen moeten we in slaap zijn gevallen voor twee uurtjes waarop we om 09 uur weer wakker werden. Toen ik de tent open ritste verscheen er een prachtig wolkeloos en windstil aanzicht van de Cerro Torre. Helaas te laat om nog een grote route in te stappen. Tsja, we hadden ons letterlijk verslapen na een wilde nacht.
Niponino
Samen met Chris, een klimmer uit Seattle, ben ik op 3 januari weer gaan aanlopen naar Niponino. Omdat we de route inmiddels goed kenden liepen we in slechts 5,5 uur naar de bivakplek. Dit keer hadden we het idee de ijs route ‘Superdomo’ op de Domo Blanco te proberen. Om 2hr30 ging de wekker en toen ik de tent open ritste wist ik niet wat ik zag. Een volledig witte wereld kwam tevoorschijn in de nacht. Alle rotsblokken waren bedekt met een 10 cm dikke laag sneeuw en het kwam nog steeds met bakken uit de hemel zetten. Sjongejonge, deze hoeveelheid neerslag was niet voorspeld en het kwam dus rauw op ons dak. Met slechts een paar uur slaap in de ogen moesten we wederom een moeilijk beslismoment nemen. Met dit pakket sneeuw zou de aanloop over de losse rotsblokken zeer lastig worden. En zouden de gletsjerspleten zijn dichtgewaaid? Of hoe zou de spindrift in de route zijn? Uiteindelijk besloten we dat we het gewoon gingen proberen. In het holst van de nacht ritsen we de tent dicht en zien we de andere tentjes van andere klimmers nog bedekt blijven met een dikke laag sneeuw. Niemand die nog in beweging komt. Het eerste stuk de morene af was nog erg tricky maar uiteindelijk schuifelen we redelijk gemakkelijk door de verse sneeuw. Hier en daar komen sterren tevoorschijn en lijkt het enigszins op te klaren. Nieuwe energie bouwt zich op waardoor we met goede hoop naar een uur bij het begin van de breukzone van de gletsjer komen. In één klap wordt onze goede hoop weggevaagd door de harde wind die, van de een op de andere seconde opsteekt. Ook trekt de hele gletsjer dicht in een dik pakket wolken. Na kort overleg besluiten we dat het te onzeker is en dat te weinig lichten op groen staan. Terug op Niponino genieten we van het winterse landschap en praten we met de andere klimmers. Ook vandaag was het ons niet gegund. Als we eind van de ochtend teruglopen klaart het helemaal op en wordt onze gemoedstoestand wederom op de proef gesteld met de twijfel of we wel de juiste keuzes hebben gemaakt.
Einde van de expeditie
Helaas hebben Jefta en ik in een hele maand in El Chalten geen enkele beklimming kunnen volbrengen. Het weer was helaas niet in ons voordeel en dit seizoen lijkt zelfs de boeken in te gaan als zeer nat en onstabiel. De uitzonderlijke droge winter wordt dus opgevolgd door een uitzonderlijk natte zomer. In de kleine ‘weer-vensters’ die er wel waren hebben we pech gehad en ook niet altijd de juiste beslissingen gemaakt. Jefta gaat deze week alweer naar huis waar na een lange tijd zijn gezin weer heel blij is met zijn thuiskomst. Ik blijf nog een maandje hangen en wellicht kan ik nog wel met een stel gidsen op pad 🙂