Jefta en ik zijn nu ongeveer anderhalve week in het vredige dorpje ‘El Chalten’ in zuidelijk Patagonië. Toen we aankwamen met het vliegtuig konden we onze ogen haast niet geloven. De atmosfeer leek een zekere kalmte over zich te hebben die we in de gehele maand dat we drie jaar geleden hier waren niet één keer hadden gezien. De wolken hadden de vorm van lieflijke schapenvacht en wattendons en de lucht was simpelweg blauw. Drie jaar geleden kwamen we aan met een asgrijze lucht die gevuld was met schotelvormige, agressieve, langwerpige wolken en een wind die de landing van het vliegtuig behoorlijk deed schokken. Het was destijds een welkom zoals het Patagonië betaamt. Nu daarentegen, was het uitzonderlijk kalm.
De eerste ochtend in ons hostel ‘Hem Herhu’ konden we heerlijk in de zon ontbijten. Daarna zijn we naar Laguna Torre gelopen. Een prachtige wandeling van twee uur naar een meer gelegen aan de voet van de Glaciar Grande. Hier kan je, als je geluk hebt, een prachtig panorama van de zuid en oostkant van de Cerro Torre, Torre Egger en Cerro Standardt aanschouwen. En die dag hadden we geluk want het was windstil met een aangename milde temperatuur en een ontzagwekkend uitzicht op de Cerro Torre. De zuidoostgraat van de Torre, ons hoofddoel van deze expeditie, lag er prachtig bij met bijna geen sneeuw. Ook de ‘headwall’, het moeilijke en steile deel helemaal bovenin de route, zag er zowaar heel droog uit en dus klimbaar! Drie jaar geleden was deze wand, in de enkele keren dat hij uit de wolken tevoorschijn kwam, geheel gehuld in een witte laag rijp (door de wind gevormd ijs). Met de aanblik van de Cerro Torre werd ik de gehele dag vervuld van hoopgevende emoties en positieve verwachtingen. We hebben een ruime maand om de Cerro Torre te beklimmen en nu al zijn de condities uitmuntend voor de tijd van het jaar. De relatief droge winter heeft ervoor gezorgd dat er wellicht een heel goed seizoen aankomt om rots routes te gaan ondernemen. Dit was ons drie jaar geleden niet gegund. Dit seizoen ging namelijk de boeken in als een van de natste en koudste zomers in decennia.
De tweede dag in Patagonië was de harde wind weer terug, constante wind van dertig knopen met uitschieters naar boven de vijftig. Dagen waarop je niets anders kan doen dan boulderen, lezen en nog maar een keer de weerberichten bekijken of er een goed-weer-window aankomt. Naarmate de dagen vorderden werd onze gemoedstoestand neerslachtiger. Toen het zelfs drie dagen onafgebroken regende in het dorpje El Chalten begon ik mij serieus af te vragen waarom ik in godsnaam naar Patagonië ben gegaan om te klimmen. In de rationele momenten echter besefte ik dat dit gewoon Patagonië is. Je geduld en veerkracht worden enorm op de proef gesteld en positief blijven is de kunst die je je eigen moet maken. Hoe moeilijk het soms ook is.
Afgelopen zaterdag leek de wind voor een halve dag even te gaan liggen. Op die dag ben ik in de nacht opgestaan om te proberen Cerro Solo te beklimmen. Een makkelijke berg met een eenduidige route naar een top met een verbluffend uitzicht. Mits hij niet in de wolken hangt uiteraard. Al onder de voet van de berg werd mij duidelijk dat de voorspellingen niet geheel betrouwbaar zijn. De puingoot waar ik door omhoog moest klimmen werd bestookt met harde rukwinden en wolken spindrift (door de wind aangevoerde sneeuw). Tot halverwege de route hield ik het vol waarop ik besloot om te keren. Ach het was een goede training voor de bovenbenen.
Nu ik dit schrijf zien de vooruitzichten er niet bijster positief uit. Gisteren zijn twee Spanjaarden tot de Passo Superior gelopen en hebben tot hun middel door de sneeuw moeten sporen. De oostkant van de Fitz Roy keten is zelfs niet één keer zichtbaar geweest. Een ander stel heeft gekampeerd op Campo Poincenot op 750 m. Zelfs hier heeft het flink gesneeuwd en is het landschap bedekt met een laag sneeuw. Kortom er heersen barre winterse condities in de bergen.
Over een paar dagen lijkt er een klein window aan te komen. De wind gaat liggen en de neerslag verdwijnt voor heel even uit het weerbeeld. We gaan dus zeer zeker de bergen in en wellicht wordt ons gegund een kleine route te klimmen. Want hier in Patagonië moet je pakken wat je pakken kan en blij zijn met wat je wordt gegund. Kortom je moet er maar het beste van maken.